het verhaal van

JOHAN KROL

Al 35 jaar woont en werkt Johan op Ameland. Hij solliciteerde in 1988 op een functie om een educatieve dienst op te zetten voor het Natuurcentrum. Inmiddels organiseert het Natuurcentrum 1500 educatieve activiteiten per jaar en werkt Johan ook als ecoloog op het eiland. Hij noemt zichzelf een écht natuurmens. En dat is hij al zo lang hij zich kan herinneren.“Mijn eerste vakantie was op Ameland. Ik was zes jaar. Vanuit het huisje onder de vuurtoren waar we verbleven kon ik de jonge ransuilen in het Hollumer bos horen. Toen al was ik altijd met de natuur bezig. Ik liep door de velden, bestudeerde plantjes en stond stil bij ieder dierengeluid. Dat is nooit veranderd.”

 

Jong geleerd, oud gedaan

Toevalligerwijs is Johan op Ameland terechtgekomen. “In 1988 kon ik bij het voormalige Natuurmuseum aan de slag met het opzetten van een educatieve dienst. Toen al was Ameland het eiland van de groepsreizen. En toen al kwamen toeristen voor de natuur naar het eiland. Om de beurt klopten ze bij de terreinbeheerder aan of ze mee konden op excursie. Hij had daar geen tijd voor, daarom ben ik gekomen.” Inmiddels is de naam van het Natuurmuseum is gewijzigd in het Natuurcentrum en is het veel meer dan dat het in het begin was. “Dit jaar bestaan we 50 jaar, waarvan ik er dus al 35 jaar werk. Het begon ooit met iemand die in een winkelvitrine een paar opgezette vogels had. Nu zitten we in een prachtig gebouw waar we jaarlijks tienduizenden bezoekers ontvangen voor exposities en het aquarium, op ecologisch gebied bij projecten en onderzoeken betrokken worden en 1500 educatieve activiteiten per jaar organiseren.”

Unieke vogels beschermen

Nog steeds is Johan betrokken bij de organisatie van de educatieve activiteiten, maar zijn werk bestaat inmiddels wel voor het grootste gedeelte uit ecologische projecten. “De Waddenzee, duinen van Ameland en de Noordzeekustzone vallen onder het Europese Natura2000 netwerk van natuurgebieden. Specifieke planten, dieren of habitats van deze gebieden moeten geïnventariseerd en beschermd worden.” In de Noordzeekustzone is Johan nu bezig met strandbroeders, dat zijn vogelsoorten die op het strand broeden. Het gaat in dit geval om drie soorten: de Strandplevier, Bontbekplevier en Dwergstern. Sinds 2017 broeden deze soorten tussen Nes en Hollum op het strand. “De bijzonderste is de Strandplevier. Er leven 25 paar van deze vogelsoort in het Waddengebied, waarvan zeventien op Ameland. Heel uniek dus! Het is mijn taak om deze vogels te beschermen, tegen bijvoorbeeld honden en mensen. Daarom zet ik die nesten af met touw en palen.”

Een en al dynamiek
Het mooie aan de natuur van Ameland vindt Johan haar dynamiek. 2000 jaar geleden bestond Ameland nog niet. Langzaamaan is het eiland ontstaan vanuit drie verschillende duinbogen. Die combinatie van zand en zee zorgt voor veranderingen op het eiland. “Vroeger had Ameland nog twee dorpen: Sierd en Oerd, daar zijn de veerboten ook naar vernoemd. Inmiddels zijn beide dorpen opgeslokt door de zee. Tegelijkertijd is er de laatste vijf jaar tussen Ballum en Hollum 300 hectare aan nieuwe zandgrond bijgekomen. Hier leven nu zo’n 120 soorten planten en broeden zeldzame vogels. Terwijl het gebied kortgeleden nog zee van vijf meter diep was! Dat creëert de natuur zelf. Door de jaren heen verlies je grond, en krijg je er weer wat bij. Je kunt dat angstaanjagend vinden, maar ik vind dat juist mooi aan zo’n eiland. Dat laat ook de kracht van de natuur zien.”
Uiteraard is het wel belangrijk om de bewoonde wereld te beschermen. “Dat doen we ook, maar gelukkig laten we het wel íets meer op zijn beloop dan vroeger. Vroeger plaatsten mensen takkenschermen om te voorkomen dat het eiland kleiner werd. Nu we dat niet meer doen, zie je dat het opstuivende zand de duinen veel hoger heeft gemaakt. Dat is een prachtige ontwikkeling, die we eerder tegengegaan zijn, omdat mensen die dynamiek niet wilden toestaan. Het gaat dus om balans: de mensen beschermen, maar ook met de natuur meebewegen.”

Fiets Jan de Jong liefde voor ameland

Een dunne scheidlijn
Zoals een echte natuurliefhebber betaamt, vindt Johan eigenlijk alles aan de natuur leuk. “Iedere grasspriet vind ik bijzonder. De natuur zorgt ervoor dat wij kunnen leven. Dat moeten we omarmen.” De ecoloog maakt iedere dag wel íets interessants mee. “De ene dag fotografeer ik een mooie orchidee, maar het kan ook zo zijn dat er een potvis aanspoelt.” Voor Johan is de scheidlijn tussen werk en privé dun. “Het enige verschil tussen mijn werk en mijn hobby is dat het ene geld oplevert en het andere geld kost,” zegt hij gekscherend. Ook in zijn vrije tijd is hij veel bezig met het inventariseren, monitoren en ringen van vogels. Hier maakt Johan rapporten van, die hij weer opstuurt naar de provincie of vogelbescherming en de Amelander vogelwachten. Alles wat hij meemaakt legt hij vast op beeld. “Dat is een hobby die hier mooi mee te combineren is. Die beelden kan ik dan weer gebruiken voor de educatieve activiteiten, zoals lezingen of excursies. Nu is er bijvoorbeeld een expositie over roofvogels op Ameland van mij hier in het Natuurcentrum. Zo heb ik mijn vrije tijd gauw gevuld.”

De toekomst van de aarde
De nieuwe toerist sinds de coronacrisis herkent Johan niet per se. Volgens hem is dit al langer aan de gang. “Er zijn veel meer toeristen dan vroeger. Toen kwamen er minder mensen drie weken lang, nu varen boten af en aan met dagjesmensen. Ze nemen de auto mee, fietsen op elektrische fietsen of mountainbikes of rijden op e-choppers.” Hij maakt zich wel zorgen om de toekomst van de aarde. “Als we zo doorgaan bestaat Ameland over 200 jaar misschien wel niet meer. We moeten naar mijn idee dan ook meer doen aan duurzaamheid en circulariteit. Ik probeer daar wel mijn steentje aan bij te dragen, hoe klein dat steentje ook is. Zo probeer ik kinderen te leren de natuur te respecteren tijdens de educatieve activiteiten. En laatst ben ik naar de gemeente gestapt met het idee om een veld, dat nu nergens voor gebruikt wordt, te veranderen in een fruitpluktuin om de zelfvoorzienendheid te vergroten. Je moet ergens beginnen.”

 

“Als we zo doorgaan bestaat Ameland over 200 jaar misschien wel niet meer. We moeten naar mijn idee dan ook meer doen aan duurzaamheid en circulariteit.”